Hoe ontstaat buitensluiting?
Wij als mensen, zijn échte groepsdieren en functioneren het liefste in een groep. Vanuit onze aard hebben we de ‘need to belong’ en willen we voorkomen dat we buiten de groep vallen. Echter is het zo dat binnen een groep, er een aantal belangrijke (onuitgesproken) regels gelden:
- De groep is veilig
- De groepsnorm wordt niet aangetast door gedrag dat buiten de kaders valt
- Wordt de groepsnorm bedreigt: dan wordt de desbetreffende aanstichter gezien als gevaar en uit de groep gezet.
De laatste stap noemen wij ‘buitensluiting’ en deze komt voort uit ons reptielen brein. Dit ingebouwde mechanisme zorgt er al vele jaren voor dat we onszelf kunnen beschermen voor (eventueel) gevaar. Het is veilig voor ons om in een groep te leven, mits de groep een geheel is. Mocht er een groepslid zijn die de groepsnorm en dus de samenhang van de groep beïnvloed, dan willen wij instinctief deze persoon uit de groep zetten om de veiligheid van de groep te waarborgen.
Ingrijpende levensgebeurtenis
En voordat dit in werking wordt gezet gebeurt en altijd iets vooraf. Deze onderliggende oorzaak noemen wij een ‘ingrijpende levensgebeurtenis’ en speelt zich af bij een van de groepsleden. Deze verandering heeft ervoor gezorgd dat de groepsdynamiek, het groepsgevoel of het gezamenlijke element gevaar dreigt te lopen. Het maakt niet uit of dit ook daadwerkelijk zo is of niet. Er is een onzekere factor ontstaan waar nog geen antwoord op is. Hoe langer deze onzekere factor aan houdt zonder besproken te worden; hoe eerder de buitensluiting start.