Als er wordt gepest hebben we de neiging om de dader te veroordelen en het slachtoffer te ondersteunen. Maar het is belangrijk om te erkennen dat de dynamiek van buitensluiting complexer is dan simpelweg het wijzen van vingers.
Als we denken in oplossingen bij buitensluiting, dan betrekken we hierin niet de woorden ‘slachtoffer en dader’. De wortels van buitensluitend gedrag liggen dieper dan we vaak denken. We weten inmiddels dat het buitensluitingsgedrag voortkomt vanuit een onderliggende oorzaak. (link bij onderliggende oorzaak naar blog 1)
Deze ‘onderliggende oorzaak’ speelt zich af bij één van de groepsleden. En ondanks men denkt dat de oorzaak altijd bij de pester ligt, is dit niet het geval. Om de oorzaak te begrijpen moeten we verder kijken dan oppervlakkige etiketten en kijken naar de rollen binnen de groep en wat er bij hun speelt buiten deze situatie.
Veranderende groepsdynamiek ontstaat altijd door een onderliggende oorzaak bij één van de groepsleden. Ongeveer vier tot zes weken nadat deze oorzaak zich heeft voorgedaan, worden de rollen in de groep gevormd, wat leidt tot het proces van buitensluiting. Ondanks de werkelijke groepsbetrokkenheid worden er vaak maar twee betrokkenen aangewezen: de dader en het slachtoffer. En hoewel dit logisch klinkt zijn deze benamingen niet bevordelijk voor een juiste oplossing. Het kan namelijk zijn dat de ‘dader’ thuis het ‘slachtoffer’ is in de scheiding van zijn ouders en hij dit pestgedrag niet bewust vertoont.
Om ervoor te zorgen dat de “dader” niet benadeeld wordt is het belangrijk om buiten de schuldvraag blijven. Het pestgedrag komt vaak vanuit het overlevingsinstinct* voort, dit primitieve instinct speelt zich onbewust af, en als iets onbewust gebeurt, moet je verder kijken dan alleen dader en slachtoffer.
Maar hoe noemen we de beestjes dan bij hun namen?
Laten we de hoofdrolspelers introduceren en hun rollen en tactieken bespreken.
Aanjager
De aanjager vermijdt graag ‘dirty work’ en moedigt de ‘pester’ aan om actie te ondernemen. Hij hoopt zelf onopgemerkt buiten schot te blijven en handelt vaak uit angst, voortkomend uit een onderliggende oorzaak bij hem. Er is iets gaande wat hij probeert te verbloemen, en dat doet hij door een ander aan te wijzen als gepeste en pester. Hierdoor ervaart hij een gevoel van macht of gezag: en volgens het gedrag van de aanjager; zal deze persoon niet onderuitgehaald worden.
De pester
De pester voert de acties uit en kan worden opgejaagd door de aanjager of zelf een onderliggende oorzaak hebben. Het onderscheid tussen de aanjager en de pester is dat de pester bereid is zelf actie te ondernemen, zelfs als dit ‘dirty work’ omvat.
Word hij aangestuurd door de aanjager, dan handelt hij mogelijk uit eigenbelang of om zijn positie in de groep te behouden. Heeft de pester zelf een gevoelige onderliggende oorzaak, dan zal hij zich waarschijnlijk bedreigd voelen door de gepeste en zal hij de bedreiging buiten de groep sluiten.
Meeloper
De meeloper gaat wellicht individueel wel om met de gepeste, maar negeert hem in de groep uit angst om zelf gepest te worden. De meeloper kopieert het gedrag van de van de groep vanuit zelfbescherming (daar hebben we dat onbewuste overlevingsinstinct weer). En ondanks hij het misschien niet eens met het pestgedrag, houdt hij toch zijn mond voordat hij zelf de pineut is.
De gepeste
De ongelukkige van het verhaal: de gepeste wordt als een gevaar voor de groepsdynamiek gezien. Er zijn verschillende oorzaken waardoor de gepeste gezien kan worden als gevaar voor de groep. (zie blog 1) Omdat de groep verzekerd wil zijn van veiligheid, zal hij buiten de groep worden gezet. De gepeste is bereid om groot deel autonomie in te leveren om bij de groep te horen, wat hem enorm beïnvloedbaar maakt De gepeste zijn persoonlijkheid wordt gevormd naar de groep en je zult je verbazen over hoelang dit vol te houden is! Maar er zal een breekpunt zijn en deze kan twee kanten op.
Hij wordt geconfronteerd met zijn ware identiteit en kiest ervoor de groep te verlaten,
of hij blijft onzeker en heeft externe hulp nodig om zichzelf terug te vinden.
De gepeste draagt vaak een last met zich mee die verwerkt moet worden om toekomstige groepssituaties niet te beïnvloeden. Dit maakt hem kwetsbaar en kan leiden tot onbewust pestgedrag als vorm van zelfbescherming.
Maar ik begrijp dat u denkt: dit is toch anders bij mijn dochter van 8 als voor mij en mijn kibbelende collega’s. Ja dat klopt, kinderen maken vanaf hun 7e levensjaar kennis met hun overlevingsinstinct. Zij mogen dus nog de ruimte nemen om spelenderwijs te onderzoeken, uit te dagen en te plagen. Maar volwassenen moeten verantwoordelijk zijn om het verschil te herkennen tussen grapjes en pestgedrag en zouden ook voor de zwakkere moeten opkomen in de groep.
*Het overlevingsinstinct is het primitieve instinct om jezelf te beschermen, deze is samen te vatten in drie begrippen: flight, fight of freeze.